- opzeg
- {{opzeg}}{{/term}}〈Algemeen Zuid-Nederlands〉1 [opzegging] cancellation ⇒ termination, resignation 〈van een betrekking〉2 [termijn] notice♦voorbeelden:1 zijn opzeg doen • resign; 〈informeel〉 quit; 〈op termijn〉 give/hand in (one's) notice
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.